Wet HOF

Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF) en wet verplicht schatkistbankieren

De Europese eisen en afspraken over reductie van het begrotingstekort en staatsschuld vormen de basis van de Wet HOF. Met de wet Hof gaat per jaar een macroplafond gelden voor het EMU-tekort van alle gemeenten samen. De hoogte van het macroplafond dat met de wet HOF geldt, wordt na bestuurlijk overleg door de minister van Financiën vastgesteld. Voor 2013 tot en met 2015 is de begrenzing aan het jaarlijks EMU-tekort van de gemeenten, provincies, waterschappen en hun gemeenschappelijke regelingen vastgesteld op 0,5% van het bruto binnenland product (bbp). Om de decentrale overheden iets meer ruimte te bieden, is de daadwerkelijke norm voor het maximale tekort iets ruimer gesteld dan de ambitie. De tekortnorm is voor de jaren 2014 en 2015 gesteld op maximaal 0,5 procent bbp conform de huidige norm. Voor 2016 en 2017 is voorgesteld de tekortnorm respectievelijk 0,4 procent bbp en 0,3 procent bbp. Er is geen gezamenlijk besluit genomen over de EMU-tekortruimte in 2017.

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan/onttrekking uit reserves

1.841

1.220

-2.787

Mutaties die het EMU-tekort verkleinen:

afschrijvingen ten laste van de exploitatie

8.117

8.361

9.066

Mutaties die het EMU-tekort vergroten:

Investeringen in materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd

7.257

6.972

8.382

Totaal plus

9.958

9.601

6.884

Totaal min

7.257

6.972

8.382